Wijzigingswet Wetboek van Strafvordering, enz. (getuigenbescherming)
Wet van 11 november 1993, tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten (getuigenbescherming)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en enige andere wetten aan te vullen met enkele voorschriften die betrekking hebben op getuigenbescherming;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel II
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel III
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel IV
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel V
Deze wet treedt in werking met ingang van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin zij wordt geplaatst.
Artikel VI
Artikel I heeft geen gevolgen voor strafzaken, waarin vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet een kennisgeving van verdere vervolging of dagvaarding in eerste aanleg is uitgebracht.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 11 november 1993
Beatrix
De Minister van Justitie,
e
M. H. Hirsch Ballin
Uitgegeven de eerste december 1993
De Minister van Justitie,
e
M. H. Hirsch Ballin